CAO: terugbetaling vervoerskosten
Hoe wordt de werkgeversbijdrage in de vervoerskosten voor het woon-werkverkeer berekend?
- Tussenkomst in de kosten van het gemeenschappelijk openbaar vervoer per spoor
- Tussenkomst in de kosten van gemeenschappelijk openbaar vervoer, andere dan het spoor
- Tussenkomst in de kosten van gecombineerd gemeenschappelijk openbaar vervoer
- Privé-vervoer (auto)
- Privé-vervoer (fiets)
Tussenkomst in de kosten van het gemeenschappelijk openbaar vervoer per spoor
Vanaf 1 februari 2009 is de werkgeversbijdrage gemiddeld op 75% van de prijs van een treinkaart gebracht (60% tot 31/01/2009).
De werkgeversbijdragen zijn forfaitaire bedragen. Ze werden voor twee jaar vastgelegd van 1 september 2009 tot 31 januari 2011 en niet geïndexeerd. Om de twee jaar wordt een aanpassing van deze forfaits onderhandeld op het niveau van de Nationale Arbeidsraad, onafhankelijk van de prijsverhoging van de treinkaart. De tabel met de forfaire bedragen vindt u hieronder als download.
Sectorale cao’s kunnen hiervan afwijken en eventueel een hogere (of volledige) tussenkomst garanderen. De sector-cao moet wel minstens in evenwaardige voordelen voorzien als hierboven beschreven.
Als werknemer kan je gratis met de trein naar je werk als je werkgever bereid is om 80% van je jaarlijks treinabonnement te betalen. De overheid betaalt dan de overblijvende 20%. Dit is meestal ook voordeliger voor de werkgever (aftrek 6% btw, bijkomende korting jaarabonnement ten opzichte van maandabonnementen,…)
Downloads
Tussenkomst in de kosten van gemeenschappelijk openbaar vervoer, andere dan het spoor
De tussenkomst van de werkgever is verplicht wanneer de afgelegde weg gelijk is of langer dan 5 kilometer vanaf de vertrekplaats.
Er moet echter een onderscheid gemaakt worden:
- Wanneer de prijs van het vervoer evenredig is aan de afstand is de werkgeversbijdrage voorzien voor de trein slechts begrensd tot 75% van de reële prijs van het vervoer (NMBS).
- Wanneer de prijs van het vervoer bepaald wordt ongeacht de afstand wordt een tussenkomst van 71,8% van de reële vervoerprijs toegepast, begrensd tot de tussenkomst voorzien voor de trein voor een afstand tot 7 kilometer (De Lijn, MIVB).
Ook hiervan kunnen de sectoren afwijken via een sectorale cao:
- Als de werkgeverstussenkomst hoger zal zijn (door de toekenning van een hoger tussenkomstpercentage, een aanvullende mobiliteitsvergoeding,…).
- Of als de tussenkomst eveneens verschuldigd zal zijn voor een afstand van minder dan 5 km.
In de praktijk betekent dit dat voor de abonnementen van De Lijn en TEC de werkgeverstussenkomst 71,8% bedraagt en dus gestegen is in dezelfde verhouding als de abonnementsprijs de laatste jaren.
Voor de abonnementen MIVB/STIB is de beperking van de werkgeverstussenkomst tot de prijs van een treinkaart voor een afstand van 7 km van toepassing, zodat de werkgeverstussenkomst niet neerkomt op 71,80% maar wel :
- 65,31 % voor een maandabonnement
- 61,56 % voor een jaarabonnement
Tussenkomst in de kosten van gecombineerd gemeenschappelijk openbaar vervoer
Met de trein: wanneer één enkel vervoerbewijs is afgeleverd, wordt de tussenkomst berekend op basis van de bedragen van de werkgeversbijdragen in de prijs van de treinkaarten.
Ander vervoermiddel dan de trein of wanneer meerdere vervoerbewijzen worden afgeleverd: de tussenkomst moet worden bepaald volgens de hiervoor uiteengezette modaliteiten.
Abonnementen gecombineerd met De Lijn: sinds de introductie van gecombineerde abonnementen NMBS-De Lijn, moet het bedrag van de werkgeverstussenkomst in de prijs van het sociaal abonnement voor werknemers aangevuld worden volgens de tabel opgenomen in het koninklijk besluit van 26 november 2002 (BS van 20/12/2002).
Privé-vervoer (auto)
De tussenkomst van de werkgever in het privé-vervoer is niet verplicht. Zo"n tussenkomst kan evenwel worden geregeld op sectoraal niveau of op ondernemingsniveau.
De sectoren en ondernemingen die een tussenkomst voorzien in de kosten van privé-vervoer, berekend op de werkgeverstussenkomst in de prijs van de treinkaart, konden tot 30/06/2009 het oude barema blijven toepassen op basis van een gemiddelde van 60% (maar aangepast aan de tariefverhogingen van de trein vanaf 01.02.2009: zie download hieronder).
Deze sectoren en ondernemingen beschikten tot 31/05/2009 over de mogelijkheid hun collectieve arbeidsovereenkomsten te herzien:
- Wanneer een ander stelsel van tussenkomst in de kosten van privé vervoer is overeengekomen bij CAO op sectoraal- of op ondernemingsniveau vóór 01/06/2009, wordt dit stelsel toegepast vanaf de datum die erin is overeengekomen.
- Wanneer geen enkele CAO van dit type is gesloten op sectoraal- of ondernemingsniveau vóór 01/06/2009, zal de werkgeverstussenkomst berekend op het gemiddelde van 75%, toepasbaar op het openbaar vervoer, eveneens toegepast worden op deze sectoren en ondernemingen vanaf 01/07/2009.
De sectoren en ondernemingen kunnen bijzondere voorwaarden voorzien voor de terugbetaling van de kosten van privé vervoer (zoals bijvoorbeeld een percentage van de werkgeverstussenkomst dat hoger is dan de wettelijke tussenkomst in de prijs van de treinkaart,…).
Downloads
Privé-vervoer (fiets)
De tussenkomst van de werkgever in het privé-vervoer is niet verplicht. Zo'n tussenkomst kan evenwel worden geregeld op sectoraal niveau of op ondernemingsniveau.
Vrijstellingen
Een fietsvergoeding is enkel vrijgesteld van inkomstenbelasting en sociale zekerheidsbijdragen als ze wordt toegekend voor effectieve verplaatsingen met de fiets.
- Een forfaitaire vergoeding voor verplaatsingen met de fiets geniet geen wettelijke vrijstellingen.
- Ook een algemene vervoersonkostenvergoeding voor alle werknemers geeft geen recht op vrijstelling.
De fietsvergoeding moet specifiek en uitdrukkelijk worden toegekend voor het effectief gebruik van de fiets voor de woon-werkverplaatsingen. Ze moet op basis van het aantal afgelegde kilometers toegekend worden.
- De wettelijke vrijstelling geldt enkel voor verplaatsingen met de fiets tussen de woonplaats en de werkplek.
- De vergoeding die een werknemer van zijn/haar werkgever voor dienstverplaatsingen ontvangt, komen niet in aanmerking voor de wettelijke vrijstellingen.
Bedrag
De vrijstelling is beperkt tot 0,21 euro per kilometer (0,20 euro, geïndexeerd sinds 2010).
- Wordt meer dan 0,21 euro toegekend, dan moet de werknemer het bedrag boven de 0,21 euro aangeven in zijn belastingsaangifte.
- Werkgever en werknemer zullen socialezekerheidsbijdragen betalen voor het deel boven de 0,21 euro. De werkgever kan de fietsvergoeding inbrengen als bedrijfskost bij de berekening van het bedrijfsresultaat.
Fiets en openbaar vervoer combineren
Een werknemer kan voor hetzelfde traject slechts één vergoeding ontvangen. Voor werknemers die een deel van de verplaatsing tussen woonst en werk afleggen met de fiets en een deel met het openbaar vervoer, kan de fietsvergoeding gecombineerd worden met een tegemoetkoming in het abonnement voor het openbaar vervoer.
Fiets en auto combineren
Ook de combinatie fietsvergoeding+autovergoeding is mogelijk, voor werknemers die bijv. met de auto tot de rand van de stad rijden en daar op de fiets overstappen.
Het is zelfs mogelijk voor een deel van de werkdagen een fietsvergoeding te geven, en voor een ander deel een autovergoeding (wanneer de werknemer bij slechte weersomstandigheden toch de auto zou nemen).
Voorwaarden van de werkgever
De werkgever bepaalt het bedrag van de fietsvergoeding vrij of volgens afspraak. Hij kan ook een maximumbedrag opleggen (bijv. 0,21euro per kilometer met een maximum van 50 euro per maand) of bepalen dat de vergoeding enkel voor de heen- of de terugreis geldt.
Tevens kan hij bepalen dat werknemers een minimum aantal dagen per week/maand/jaar/seizoen met de fiets moeten komen om recht te hebben op de fietsvergoeding. Zo kan moet de werkgever geen heel administratief parcours afleggen worden voor een werknemer die maar enkele dagen per jaar met de fiets komt werken.
Het spreekt voor zich dat het de bedoeling van de wetgever is geweest om 0,21 euro per kilometer toe te kennen, zowel voor de heen- als terugrit, zonder plafonnering of andere begrenzingen.
Contact
- Adviseur Mobiliteit - Adviseur studiedienst - 02 506 82 25